WBSO blijft onveranderd (aantrekkelijk!)
Hoewel het kabinet aanvankelijk een verhoging van de WBSO in gedachten had is besloten eerst de evaluatie van dit instrument af te wachten. De mogelijkheid bestaat dus dat rond de jaarwisseling alsnog een uitbreiding voor 2019 wordt gepubliceerd. Voortzetting van de WBSO betekent dat ondernemers hun innovatieagenda voor 2019 onverminderd kunnen voortzetten. Alle bijzonderheden van de WBSO en hoe deze fiscale regeling ondernemers ondersteunt bij de uitvoering van hun innovatieplannen vindt u in ons WBSO-magazine.
Innovatiebox, EIA en MIA/Vamil
De Innovatiebox, waarmee fiscaal voordeel kan worden verkregen op innovatiewinst, ondergaat slechts een zeer kleine aanpassing. In de bepaling over het terugnemen van innovatieboxvoordeel (in geval van het niet doorgaan van een octrooi of kwekersrecht) wordt aangesloten bij het exacte bedrag dat eerder buiten de heffing is gebleven; de huidige berekening in combinatie met het nieuwe (lagere) Vpb-tarief zou anders tot een verkeerde heffingsgrondslag leiden.
De Milieu-investeringsaftrek en de Vamil blijven de komende vijf jaar ongewijzigd, en hoewel de Energie-investeringsaftrek wordt verlaagd van 54,5 naar 45% blijft het volgens het kabinet nog voldoende aantrekkelijk voor bedrijven om energiebesparende en milieubeschermende investeringen te doen.
Van maatschappelijke uitdagingen tot missiegedreven aanpak
In de Rijksbegroting 2019 wordt gesproken van urgente en complexe maatschappelijke uitdagingen op gebieden als het duurzaam produceren van voedsel en betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg. Innovatie wordt hierbij als een noodzakelijke driver gezien en dat is terecht. Nieuw is dat de regering overgaat op een zogenaamde missiegedreven aanpak, waarbij vier maatschappelijke thema’s worden genoemd:
– landbouw, water & voedsel
– gezondheid & zorg
– energietransitie en duurzaamheid
– veiligheid.
Langs deze thema’s zullen de missies door de verantwoordelijke ministeries samen met bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke partners worden vastgesteld en in 2019 worden vertaald in publiek-private kennis- en innovatieagenda’s (KIA’s). De oplettende lezer herkent hier wellicht iets van het topsectorenbeleid in. Terecht, want via het vernieuwde Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid worden deze hierop inderdaad aangesloten.
Waartoe dit alles zal leiden, moet worden afgewacht; dit missiegedreven beleid wordt ditmaal minder groots aangekondigd dan, destijds in 2012, het topsectorenbeleid en dat zegt misschien wel genoeg. Wel ligt het voor de hand dat deze aanscherpingen van het topsectorenbeleid en de innovatieagenda’s ook zullen doorwerken in de eisen van de MIT, de populaire topsector-subsidieregeling voor het mkb.
Innovatieprikkels
Overigens, ook in onze ogen is er geen betere prikkel om te innoveren dan de gedrevenheid om een maatschappelijk probleem aan te pakken. Maar dat alleen is niet genoeg; veel innovatie komt uitsluitend tot stand dankzij financiële stimulering door de overheid. De toolbox van de overheid blijft op dit punt ook in 2019 goed gevuld met, naast genoemde fiscale regelingen, bijvoorbeeld
- de Seed Capital regeling
- het MKB-innovatiekrediet; een lening die niet hoeft te worden terugbetaald als de innovatie om bepaalde technische redenenen geen doorgang vindt
- het financierings- en ontwikkelingsagenschap Invest-NL
- de MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
- het Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO)
Ontwikkelingen volgen
Er gebeurt dus tegelijkertijd veel en weinig. Enerzijds continueert het kabinet een groot deel van het stimuleringsbeleid zonder al te grote veranderingen. Anderzijds zijn de uitdagingen dermate groot dat innovatie om deze uitdagingen aan te gaan noodzakelijk blijft, en de overheid daarin zonder twijfel haar verantwoordelijkheid blijft nemen. Ten aanzien van stimuleringsbeleid verwachten we dus nog volop nieuws voor en in 2019 – nieuws dat wij op de voet blijven volgen en u, voorzien van duiding en advies, in deze Subsidieflits zullen blijven melden.