Nieuwe prioriteiten bij volgende oproep van het Energietransitiefonds

Minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) wijzigt de voorwaarden voor de toekenning van middelen uit het Energietransitiefonds. Met de nieuwe criteria gaan de middelen prioritair naar toekomstgerichte projecten rond de groene energietransitie en niet langer naar projecten rond nucleaire energietoepassingen.

Thematische assen binnen het Energietransitiefonds

Het Energietransitiefonds beoogt onderzoek, ontwikkeling en innovatie op het vlak van energie aan te moedigen en te ondersteunen. Het fonds wordt gefinancierd door de nucleaire taks die uitbater Engie Electrabel betaalt om de kerncentrales Doel 1 en 2 open te houden tot 2025.

Het Energietransitiefonds ondersteunt innoverende projecten binnen de federale energiebevoegdheden in het kader van energietransitie, die ingedeeld worden in drie thematische assen:

  • Thematische as 1: hernieuwbare energiebronnen in de Belgische exclusieve economische zone van de Noordzee en biobrandstoffen
  • Thematische as 2: nucleaire energietoepassingen
  • Thematische as 3: bevoorradingszekerheid en netevenwicht

Bij de projectoproep van november 2020 zal voorrang gegeven worden aan de thematische assen 1 en 3 van het Energietransitiefonds. De projecten binnen de thematische as 2 zullen enkel in aanmerking komen voor steun voor zover het beschikbare budget niet wordt toegekend aan projectvoorstellen binnen de thematische assen 1 en 3.

Projectoproep november 2020

In november werd er een nieuwe projectoproep gelanceerd met het oog op subsidieverlening in 2021. Het budget van het Energietransitiefonds voor 2021 bedraagt 25 miljoen euro. De deadline voor de volgende oproep is 31 januari 2021.

De per project toegekende overheidssteun bedraagt minimum 100.000 euro en maximum 5 miljoen euro. De maximumduur van de projecten is 5 jaar. Zowel rechtspersonen naar Belgisch recht als rechtspersonen van andere lidstaten van de Europese Unie komen in aanmerking. De onderzoeksresultaten moeten gratis publiek toegankelijk worden gemaakt.

Er worden verschillende soorten steun geïdentificeerd:

  • Steun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten.

Het steunpercentage ligt hierbij tussen 25% en 100% en hangt af van de categorie (fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of haalbaarheidsstudie), ondernemingsgrootte en eventuele samenwerkingen.

  • Investeringssteun voor onderzoeksinfrastructuur.

De steunintensiteit bedraagt hier ten hoogste 50% van de in aanmerking komende kosten. Het kan gaan over zowel de bouw als het upgraden van onderzoeksinfrastructuur.

  • Innovatiesteun voor kmo’s.

De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 50% (of uitzonderlijk 100%) van de in aanmerking komende kosten. Het kan hierbij gaan om kosten verbonden aan innovatieadviesdiensten, het verkrijgen van octrooien en aan het detacheren van personeel voor onderzoek en kennisverspreiding.

Een steunaanvraag bevat een voorstel van projectbegroting, een financieel plan, een actieplan of een innovatieprogramma, een verantwoording van de noodzaak en meerwaarde van de steun en een werkplan met te leveren prestaties en op te leveren documenten.

Ontvankelijke projectvoorstellen worden gerangschikt op basis van volgende toekenningscriteria:

  • Innoverend karakter van het project
  • Realistisch karakter van het project
  • Performante aanpak
  • Het economische en het sociale effect in België
  • Het effect op klimaat en milieu in België