Nieuwe fiscale vrijstelling voor opleiding van werknemers

 

Levenslang leren is belangrijk en de arbeidsmarkt is gebaat bij goed opgeleide werknemers. Eén van de nieuwe fiscale maatregelen uit het ontwerp van de programmawet Begrotingsopmaak 2021 is daarom een uitbreiding van de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor de opleiding van werknemers vanaf 1 januari 2021. De regering wil hiermee werkgevers aanzetten om meer opleidingen voor hun werknemers te voorzien.

De regering wil werkgevers voortaan de mogelijkheid geven om een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing niet door te storten naar de schatkist indien ze opleidingen voorzien voor hun werknemers. Concreet zullen werkgevers van deze vrijstelling kunnen genieten als ze voor een werknemer minstens 10 dagen bijkomende opleiding organiseren bovenop wat wettelijk voorzien is. De vrijstelling bedraagt 11,75 % van de basisbezoldiging in de maand van de opleiding.

De belangrijkste voorwaarden zijn:

  • De betrokken werknemer moet al minstens 6 maanden aan de slag zijn bij de werkgever.
  • Om in aanmerking te komen moet het gaan om formele of informele opleidingen zoals bepaald door de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, mag de opleiding niet verplicht zijn gesteld door een wettelijke of reglementaire bepaling of door een collectieve arbeidsovereenkomst en moet de opleiding een beroepskost vormen voor de werkgever.
  • De opleiding zelf moet minstens 10 dagen bedragen tijdens een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen. Voor kleine vennootschappen wordt dit versoepeld tot 5 dagen gedurende een ononderbroken periode van 75 kalenderdagen. Voor bedrijven in een stelsel van ploegen- en nachtarbeid bedraagt het minimaal aantal opleidingsdagen 10 gedurende een ononderbroken periode van 60 kalenderdagen.
  • De voorwaarde van 10 dagen is van toepassing op een voltijdse werknemer. Proratisering kan voor deeltijdse werknemers.
  • De in aanmerking genomen dagen moeten effectieve opleidingsdagen zijn. Als een werknemer ingeschreven is voor een opleidingsdag, maar deze niet kan bijwonen, zal deze dag niet meegeteld kunnen worden.
  • Een werknemer heeft maximaal recht op 10 ononderbroken periodes van 30 kalenderdagen bij dezelfde werkgever.
  • De vrijstelling bedraagt 11,75 % van het geheel van de basisbezoldiging (dus zonder bijvoorbeeld het vakantiegeld en de eindejaarspremie) in de maand waar de opleiding plaatsvond. Indien de opleiding zich uitstrekt over meerdere maanden, wordt de bezoldiging genomen van de maand waarin de opleiding is afgerond. De belastbare bezoldiging die in aanmerking komt, wordt beperkt tot € 3.500 per (voltijdse) werknemer.
  • Er geldt geen cumulverbod, de vrijstelling kan dus gecombineerd worden met andere vrijstellingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.

Interesse? Neem dan vandaag nog vrijblijvend contact met ons op.