Stimulerend effect in de subsidiepraktijk

Een subsidie moet doorgaans worden aangevraagd vóór de start van een project. Maar wat wordt er eigenlijk verstaan onder de exacte ‘start’ van een project? En wat zijn nog toegestane voorbereidingen? Dit zijn typische vragen voor de subsidiejuristen van PNO. In dit artikel geven zij uitleg met achtergronden en praktische tips.

Subsidies zijn stimuleringsgelden

In de praktijk van subsidies is het een belangrijke voorwaarde dat de steun een ‘stimulerend effect’ heeft. Kort gezegd houdt dit in dat de projectactiviteiten niet mogen aanvangen voordat de subsidieaanvraag is ingediend. De bron is een Europese staatssteunregel voor subsidies aan ondernemingen (zie bijvoorbeeld artikel 6 van de AGVV), maar ook in nationale subsidieprogramma’s komt deze regel in verschillende varianten terug. De achterliggende gedachte is dat subsidies bedoeld zijn als middel om het gedrag van ondernemers te veranderen en te sturen. De subsidie is dus geen ‘extraatje’ voor iets dat de ondernemer sowieso al zou doen, met of zonder subsidie.

Wat telt als de ‘start’ van een project?

Onder ‘aanvang van de werkzaamheden’ wordt verstaan:

  • de aanvang van bouwwerkzaamheden met betrekking tot de investering;
  • een juridisch bindende toezegging om uitrusting, apparatuur of andere noodzakelijke goederen te bestellen; of
  • een andere toezegging die de investering onomkeerbaar maakt (artikel 2 van de AGVV).

Wordt de subsidieaanvraag pas hierna ingediend, dan heeft de subsidiesteun geen stimulerend effect en wordt niet voldaan aan de eis van een stimulerende werking. In dat geval zal de subsidieverstrekker de subsidieaanvraag weigeren. De Algemene wet bestuursrecht kent namelijk een verplichte, harde weigeringsgrond voor subsidieverstrekkers als een subsidie in strijd is met de Europese staatssteunregels.

Voorbeelden in de praktijk

In de praktijk komt het geregeld voor dat een ondernemer wel wacht met het opstarten van de feitelijke projectwerkzaamheden (of activiteiten), maar vóór de subsidieaanvraag toch al bepaalde contractuele verplichtingen aangaat die verband houden met het subsidieproject. Een voorbeeld is het – al vóór de subsidieaanvraag – aangaan van een koopovereenkomst, waarin de ondernemer alvast apparatuur of materialen bestelt voor het nog te starten project. Dit kan te maken hebben met de bedrijfsvoering, de lange levertijden of het bevoorradingssysteem van de onderneming.

Met het sluiten van de koopovereenkomst doet de onderneming een juridisch bindende toezegging die de investering onomkeerbaar maakt. De ervaring leert dat niet iedere subsidieaanvrager zich hiervan bewust is: de aanschafkosten worden in de begroting bij het projectplan opgenomen met een datum voorafgaand aan de aanvraagdatum, of er wordt melding gemaakt van een (eerdere) koopovereenkomst voor de benodigde hardware. De aangevraagde subsidie wordt dan geweigerd met als reden dat niet is voldaan aan de eis van een ‘stimulerend effect’.

Wat te doen?

Het beste advies is om te wachten met de feitelijke werkzaamheden en het doen van juridische bindende toezeggingen die de investeringen onomkeerbaar maken. Daarmee voorkomt u discussies met de subsidieverstrekker, en het risico dat de aanvraag wordt geweigerd in verband met de eis van een stimulerend effect.

Een offerte opvragen mag, maar het ondertekenen ervan voorafgaand aan de subsidieaanvraag kan een subsidietoekenning in de weg staan.

Mocht het in verband met de bedrijfsvoering niet mogelijk zijn om te wachten met het aanschaffen van de installatie of andere project-hardware, dan kan men een voorbehoud opnemen in de koopovereenkomst. Dit is in de praktijk een veel gekozen oplossing. Door het opnemen van een voorbehoud in de overeenkomst dat deze alleen bindend is als subsidie wordt verkregen, krijgt de overeenkomst een voorwaardelijk karakter. Van belang is dat het moet gaan om een objectief onzekere gebeurtenis, die niet afhankelijk is van de wil van een van de partijen.

Daarnaast moet duidelijk omschreven zijn wat de voorwaarde inhoudt en zal overeenkomstig de voorwaarde gehandeld moeten worden. Het is dus belangrijk dit zorgvuldig in de afspraken vast te leggen. Het opnemen van een voorbehoud van subsidieverlening maakt dat de overeenkomst voorwaardelijk en juridisch niet bindend is, in de situatie dat geen subsidie wordt verleend. Zo’n overeenkomst houdt dan dus geen ‘start’ van het project in.

Meer weten?

Heeft u vragen over het stimulerend effect in verband met een subsidieproject? Of heeft u vragen over de juiste formulering van een goede ontbindende voorwaarde in uw koopovereenkomst? De subsidiejuristen van PNO Consultants helpen u graag op weg. Neem gerust contact op via 088-838 13 81 of het onderstaande formulier.






    * = verplicht veld.

    Ja, ik wil de wekelijkse subsidienieuwsbrief ontvangen

    Ja, ik accepteer het   Privacy Statement