IMD-concurrentieranglijst: Nederland van vijf naar vier

Met de Nederlandse economie gaat het al langere tijd weer goed. Een stijging van plek vijf naar vier op de concurrentieranglijst van het Zwitserse IMD is hier het recente bewijs van. Lees hier meer.

IMD-concurrentieranglijst 2018: Nederland rukt op richting mondiale top 3

De toonaangevende concurrentieranglijst 2018 van business-school IMD die vorige week werd gepubliceerd, laat zien dat de globale opmars van Nederland onverdroten doorgaat. Met een stijging van plek vijf naar vier komt de mondiale top drie binnen handbereik. In de 2018-ranglijst van meest concurrerende landen ter wereld, hoeft Nederland nu alleen nog maar de VS (1), Hongkong (2) en Singapore (3), voor zich te dulden. De nieuwe klassering is te danken aan de sterke economische prestaties en de verbetering van de overheidsefficiëntie, aldus IMD-econoom José Caballero in het FD van vorige week. Niet raar als je bedenkt dat de economische groei momenteel wordt geraamd op 3,2 procent. De nieuwe top 10 ziet er nu als volgt uit. Tussen haakjes staat de klassering uit 2017.

  1. VS (4)
  2. Hongkong (1)
  3. Singapore (3)
  4. Nederland (5)
  5. Zwitserland (2)
  6. Denemarken (7)
  7. VAE (10)
  8. Noorwegen (11)
  9. Zweden (9)
  10. Canada (10)

Hoe komt IMD-concurrentieranglijst tot stand?

De IMD-concurrentieranglijst wordt bepaald aan de hand van enkele honderden variabelen die iets zeggen over de concurrentiekracht van een land. Per variabele worden scores toegekend die vervolgens worden vertaald in een index. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om informatie over R&D, patenten, scholing, venture capital, ICT, bezit van smartphones, gebruik van big data door bedrijven en de mate van kennisoverdracht.

De studie laat zien dat Nederland nergens echt in excelleert, het topsectorenbeleid ten spijt, maar dat we over de hele linie zeer constant presteren. We zijn een goede allrounder zonder uitschieters naar boven of naar beneden.

Overheid zet in op Nederlandse top 5 positie concurrerende economieën

Of plek vier op de nieuwe IMD-ranglijst nu een direct gevolg is of niet van gericht overheidsbeleid, feit is dat de overheid met de introductie van het Bedrijvenbeleid in 2010 een drietal duidelijke ambities voor 2020 heeft geformuleerd:

  1. Nederland staat in de top 5 van meest ondernemende en concurrerende economieën in de wereld;
  2. Nederlandse R&D-inspanningen stijgen tot 2,5 procent van het bbp;
  3. Totstandkoming van Topconsortia voor Kennis en Innovatie waarin publieke en private partijen minimaal 800 miljoen euro investeren, waarvan tenminste 40 procent afkomstig is uit private financiering.

Om deze ambities te realiseren heeft de overheid twee sporen uitgezet.

Het generieke spoor van het bedrijvenbeleid richt zich op alle ondernemers onder meer door algemene innovatiestimulering zoals bijvoorbeeld de WBSO, de Innovatiebox of de MIT-Regeling.

Het specifieke spoor richt zich op de topsectoren, clusters van bedrijven en kennisinstellingen waar ondernemers, onderzoekers en overheden samenwerken aan een internationale concurrentiestrategie, verdienvermogen en innovatie.

De eerste ambitie – Nederland in de top 5 van meest concurrerende mondiale economieën – is voorlopig gerealiseerd, maar moet natuurlijk worden geconsolideerd en liefst worden uitgebouwd. Met name het realiseren van de derde ambitie, die van de publiek-private samenwerking, vergt nog de nodige aandacht aldus het IMD. Hier ligt dus nog een schone taak voor Den Haag samen met publieke en private partijen.

Meer weten?

Wilt u weten hoe u uw eigen concurrentiepositie kunt verbeteren? Neem dan contact op met een van onze innovatie-experts.