Nationaal Groeifonds: groot denken mag

De lat ligt hoog bij het Nationaal Groeifonds. Er is maar liefst 20 miljard euro beschikbaar, maar daarvoor moeten partijen dan wel met zeer ambitieuze, uitstekend onderbouwde projectvoorstellen komen die bijdragen aan een duurzame economische groei. Te hoog gegrepen voor een ondernemer? PNO weet zeker van niet – het fonds biedt juist geweldig mooie kansen. Met als credo: sámen kom je er wel.

Wat is het Nationaal Groeifonds?

Het Nationaal Groeifonds is een investeringsfonds van de Nederlandse overheid, met als doel structurele en duurzame economische groei in Nederland te bevorderen. Dankzij die economische groei kunnen we blijven investeren in bijvoorbeeld gezondheidszorg, onderwijs en maatregelen om de klimaatdoelen te halen. Het fonds ging in 2020 van start met een budget van 20 miljard euro voor een periode van 5 jaar. Er werden toen drie investeringsterreinen aangewezen:

  • kennisontwikkeling: onderwijs en het leren van vaardigheden
  • onderzoek, ontwikkeling en innovatie: onder andere fundamenteel onderzoek, doorontwikkeling van nieuwe technologieën of ideeën
  • infrastructuur: bijvoorbeeld spoor-, water-, energie- en digitale infrastructuur.

Het Nationaal Groeifonds is een initiatief van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Financiën. Gezamenlijk beheren zij het fonds namens het kabinet. Gedurende de looptijd zijn er meerdere rondes waarin partijen hun projectvoorstellen kunnen indienen, in 2022 gaat de derde ronde van start. Overigens heeft het nieuwe kabinet plannen om het fonds te herstructureren en bovendien de financiële middelen uit te breiden.

Laten we, om een beeld te krijgen, eens door de tot nu toe ingediende (en deels al gehonoreerde) projectvoorstellen bladeren. Alleen al bij het terrein onderzoek, ontwikkeling en innovatie zien we een scala aan ambitieuze thema’s langskomen. Verduurzaming van het voedselsysteem, data-gedreven (bio)medische innovatie, zelfdenkende moleculaire systemen… en niet te vergeten het project PharmaNL waar PNO zelf aan meewerkte: het versnellen en verduurzamen van de ontdekking, ontwikkeling en productie van innovatieve geneesmiddelen in Nederland.

Maar ook de terreinen infrastructuur en kennisontwikkeling mogen er zijn, met thema’s als versterking van het openbaar vervoer in de meest verstedelijkte regio’s, ‘green & smart’ mobiliteitssystemen, digitale leermiddeleninfrastructuur en Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Thema’s die stuk voor stuk aansluiten bij de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd.

Selectiefase: procedurele toets

Projectvoorstellen voor het Nationaal Groeifonds worden – uiteraard – grondig doorgelicht om te kunnen bepalen of ze in aanmerking komen voor subsidie. Na indiening van het voorstel volgt eerst een procedurele toetsing, uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat er daarbij om of het voorstel voldoet aan een reeks voorwaarden. Zo moet het een uitgewerkt en onderbouwd plan zijn met aandacht voor de verwachte bijdrage aan de Nederlandse economie, de financiële en maatschappelijke kosten en baten, de juridische en praktische uitvoerbaarheid, het programmamanagement en de deelnemende organisaties. De omvang van het project moet minimaal 30 miljoen euro zijn, er moet ook privaat en (ander) publiek geld voor het project worden ingezet en het moet gaan om een eenmalige investering om structurele economische groei mogelijk te maken.

Op twee specifieke voorwaarden willen we hier wat dieper ingaan: ‘bijdrage aan de Nederlandse economie’ en ‘juridische haalbaarheid’. Deze onderdelen vereisen in het projectvoorstel de nodige aandacht en moeten op de juiste manier worden aangevlogen.

Bijdrage aan de economie – berekening bbp-effect

De bijdrage aan onze economie moet in het voorstel worden aangetoond met een berekening van het effect op het bruto binnenlands product (bbp). Het bbp is een maat voor de omvang van onze economie, het is de totale toegevoegde waarde van alle in Nederland geproduceerde goederen en diensten. De berekening moet laten zien tot welke stijging van het bbp het project zal leiden. Geen gemakkelijke opgave – het vereist dan ook de nodige financieel-economische expertise.

Juridische haalbaarheid – staatssteuntoets

Het aantonen van de juridische haalbaarheid van het project brengt met zich mee dat er een zogenoemde staatssteuntoets moet worden uitgevoerd. De uitkomst van deze toets moet laten zien dat subsidiëring uit het Nationaal Groeifonds in lijn is met de Europese regels voor eerlijke mededinging, en dus niet zal leiden tot een oneerlijk concurrentievoordeel voor de partijen die aan het project deelnemen. Van belang is dat de activiteiten én de beoogde kosten van de projectpartners passen binnen de Europese staatssteunkaders. Ondersteuning door een juridisch expert is bij dit onderwerp geen overbodige luxe.

Beoordelingsfase: welke projecten krijgen subsidie?

De projectvoorstellen die de procedurele toets hebben doorstaan, gaan door naar de beoordelingsfase. Een speciaal ingestelde, onafhankelijke commissie beoordeelt de ingediende projectvoorstellen op een viertal criteria:

  • bijdrage aan ons duurzaam verdienvermogen: de omvang van de positieve bijdrage aan structurele en duurzame economische groei
  • strategische onderbouwing van het voorstel: onder andere de bijdrage aan maatschappelijke transities, uitwerking van risico’s en afhankelijkheden, aanpak van problemen/kansen die op rijksoverheidsniveau uitgevoerd moeten worden, toekomstbestendigheid, innovatief karakter, brede toepasbaarheid
  • kwaliteit van het plan: volledigheid, overzichtelijkheid, onderbouwing, samenhang
  • samenwerking en governance: expertise, uitvoeringscapaciteit en reputatie van betrokken partijen, afspraken over samenwerking en bevoegdheden (strategisch en financieel), effectieve governance (bestuur en organisatie) voor een slagvaardige besluitvorming, betrokkenheid van belanghebbenden.

Deze beoordeling leidt tot een advies aan het kabinet. In het advies houdt de commissie rekening met een evenwichtige spreiding van investeringen over de diverse terreinen en regio’s. Op basis van het advies besluit het kabinet welke voorstellen gehonoreerd worden, het parlement geeft de uiteindelijke goedkeuring.

Denk groot!

Het mag duidelijk zijn: projectvoorstellen voor het Nationaal Groeifonds blinken uit in ambitie en richten zich op grote maatschappelijke vraagstukken. Uit onze praktijk weten wij dat er bij ondernemers veel goede projectideeën liggen die uitstekend aansluiten bij de doelen van het fonds. Maar wij weten ook dat diezelfde ondernemers het vaak lastig vinden om te bepalen of het fonds wel écht iets voor hen is. Of de lat niet (veel) te hoog ligt. Tegen hen zeggen wij: groot denken mág – of beter nog: groot denken móet. Over grenzen heen kijken, zoeken naar samenwerkingspartners om een breed projectconsortium te vormen, en vooral: kijken welke maatschappelijke en technologische uitdagingen zó belangrijk zijn dat ze zonder meer een daadkrachtige aanpak verdienen. Het fonds biedt juist dáárvoor de mooiste kansen. Zonde om die te laten liggen!

Belangstelling gewekt?

Groot denken is nodig om te komen tot een succesvolle subsidieaanvraag bij het Nationaal Groeifonds. PNO beschikt over de juiste expertise en ervaring om u tijdens dit complexe proces te begeleiden. Wilt u daar eens wat meer over horen? Wij vertellen u graag over de ervaringen die wij inmiddels met het fonds hebben opgedaan. En over de kansen die het u biedt – ook met het oog op de herstructureringsplannen van het nieuwe kabinet. Bel ons via 088-838 13 81 of stuur een bericht:






    * = verplicht veld.

    Ja, ik wil de wekelijkse subsidienieuwsbrief ontvangen

    Ja, ik accepteer het   Privacy Statement